Vanaf het begin van de twintigste eeuw is er sprake van een georganiseerdevorm van brandbestrijding (vrijwillig of beroeps) in het Gooi en de Vechtstreek. In 1907 werd het brandweerkorps van Hilversum opgericht, gevolgd in 1924 door Huizen, Loosdrecht in 1925, waarna de overige gemeenten in deomgeving volgden. Probeerden alle korpsen eerst nog zichzelf te bedruipen, vanaf 1965 werd voor de gemeentelijke brandweerkorpsen in het Gooi en de Vechtstreek regionale samenwerking een aantrekkelijke optie voor de groeiende problemen die zij zelf niet konden oplossen. In het Gooi bestond al vanaf 1947 een goede samenwerking tussen de verschillende lokale brandweercommandanten, die in een informele Kring geregeld overlegden over hun gedeelde problemen en mogelijkheden. Het archief van deze Kring maakt onderdeel uit van dit archief.
Vanaf 1965 werden deze contacten steeds hechter en frequenter, en in 1967 kwam er een regionale Opleidingscommissie voor lager brandweerpersoneel tot stand, alsvoorloper van een breder samenwerkingsverband.
Al snel daarna, op 27 augustus 1970 is de regionalebrandweerorganisatie in het Gooi en de Vechtstreek officieel opgericht op basis van een gemeenschappelijke regeling tussen de gemeentes Hilversum, Huizen,Blaricum, Naarden, Bussum, Weesp, ’s-Graveland, Nederhorst den Berg, Muiden en Laren. In een later stadium is de gemeente Loosdrecht, tegenwoordig Wijdemeren,toegetreden tot de regeling.
Toch gaf deze organisatie nog een beperkte uitvoering aan haar taken: behalve een Ledenraad met een Voorzitter en een Dagelijks Bestuur (bestaande uit burgemeesters van de deelnemende gemeentes) bestonden er twee commissies binnen de organisaties, te weten de Commissie voor de Opleidingen ende Adviescommissie, die de Ledenraad en het Dagelijks Bestuur van informatie dienden te voorzien voor hun besluitvorming. De commissies bestonden vooral uit dienend personeel van de gemeentelijke korpsen. Tevens was er nog een secretaris, dhr. W. Otten, en een penningmeester, dhr. I.N. Verhoeven, die deze taken naast hun taken binnen de secretarie van de centrumgemeente Hilversum uitvoerden. Er was dus geen personeel dat uitsluitend in dienst was van de regionale brandweerorganisatie, en geen regionale brandweercommandant. De regionale brandweercommandant in naam was slechts voorzitter van de Adviescommissie.
Het eerstgenoemde veranderde in 1973, toen de eerste betaalde ambtenaar bij de regionale brandweer werd aangesteld. Deze had tot taak de opleidingen in de regio te stroomlijnen. Vanaf 1976 ontstond er een daadwerkelijke ambtelijke organisatie: naast de heer Guntenaarkwamen er functionarissen voor preventie, opleidingen, de alarmcentrale enondersteunende diensten in onderscheiden afdelingen. De organisatie groeide naar ongeveer twintig medewerkers.
Vanaf 1983 kende de organisatie ook een functionele regionale brandweercommandant, die tevens brandweercommandant van Hilversum (de centrumgemeente) was. Met de pensionering van dhr. Otten in 1983 ging de functievan secretaris van de organisatie over naar de burgemeesters van eerst Weesp enlater Nederhorst den Berg. In het midden van de jaren negentig werd bepaald dateen burgemeester – die immers ook in het Algemeen Bestuur zitting had – geen secretaris van de organisatie mocht zijn. Het bestuur benoemde daarop de heer Foederer, de regionale brandweercommandant, tot secretaris.
In 1985 werden de regionale brandweren erkend in de nieuwe Brandweerwet. Tegelijkertijd kwam er ook een Rampenwet, waarin de regionale brandweren de opdracht kregen om de grootschalige rampenbestrijding mogelijk temaken. Deze taken werden overgenomen van de opgeheven diensten Bescherming Bevolking (BB).
Tussen 1987 en 2000 veranderde de organisatie niet ingrijpend.
Ter bevordering van de samenvoeging met depolitie-alarmcentrale en verdere professionalisering, verhuisde eind 2001 de alarmcentrale van de brandweer en de ambulance - sinds 1992 gevestigd in de brandweerkazerneaan de Jan van der Heijdenstraat te Hilversum - naar Naarden. Daar gingen zij op in één alarmcentrale voor brandweer, ambulance en politie.
In de jaren 2001-2004 volgde er voor de brandweer een uitbreidingvan taken op het gebied van preventie. Dat was het gevolg van de vuurwerkramp in Enschede en de grote cafébrand in Volendam.
Vanaf 2005 bleef regionalisering landelijk onderwerp van gesprek. Dit mondde in 2010 uit in de Wet Veiligheidsregio’s (WVR). De WVR verving de Brandweerwet, de Wet geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen en de Wet rampen en zware ongevallen. De wet bepaalde de taken van het bestuur van een Veiligheidsregio, een aantal basiseisen aan de organisatie van de hulpdiensten en de kwaliteit van het personeel en het materieel. In de regio Gooi en Vechtstreek werden vooruitlopend op deze wet per 1 januari 2009 de Gemeentelijke Brandweren en de Regionale Brandweerorganisatie omgevormd tot de Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek. Deze bestond uit de brandweer, de gemeentelijke kolom en de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen (GHOR). De GHOR-taken zijn ondergebracht bij het GGD, die onderdeel uitmaakt van het Gewest Gooi en Vechtstreek.
In de jaren 2008 - 2009 werd de brandweerkazerne aan de Janvan der Heijdenstraat gesloopt. Het gebouw was in 1992 opgeleverd, dus nog betrekkelijk nieuw, maar de gemeente wilde het terrein gebruiken voor een projectontwikkeling (flats). In de zomer van 2008 werd de nieuwe kazerne aan deKamerlingh Onnesweg 148 geopend door de minister van Binnenlandse Zaken. Per 1 januari 2009 werd dit gebouw de Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek gevestigd.
Overzicht Regionale Brandweercommandanten
1983 L.D. Hageman (waarnemend)
1983-1995 L.D. Hageman
1995-2002 H. Foederer
2002-2009 R. Moraal