Archief Gooi en Vechtstreek

Detail Archief

Detail Archief

BestandsnummerSAGV050.2
Archiefcategorie1.2.6 economische zaken
ArchieftitelArchief van het Distributiebedrijf gemeente Laren
PlaatsLaren
Datering1914-1922
Overige opmerkingenHoort bij archief SAGV050.1
ArchiefdienstStreekarchief Gooi en Vechtstreek te Hilversum

  •  Het Distributiebedrijf
    • Het Distributiebedrijf

       

      De schaarste aan levensmiddelen als gevolg van de Eerste Wereldoorlog maakte noodzakelijk, dat er in 1916 een Distributiewet werd uitgevaardigd.

      Deze wet gaf de burgemeester een aantal taken en verplichtingen:

      -           hij dient een eigen archief aan te leggen

      -           hij is belast met de uitvoering van de door de minister bepaalde maatregelen

      -           hij doet mededeling aan de minister van alle terzake genomen maatregelen

      -           hij heeft machtiging tot onteigening van goederen

      -           hij maakt maximumprijzen bekend

       

      Aangezien Van Nispen van Sevenaer  zowel burgemeester van Laren als van Blaricum was, werden de distributietaken voor Laren en Blaricum tegelijk uitgevoerd.

      In de notulen van B&W van 2 februari 1918 werd J.J.Ph. Bungener genoemd als ambtenaar ter secretarie, belast met de uitvoering van de distributiewet.

      Bungener kreeg per 1 januari 1919 eervol ontslag (notulen B&W 15.12.1918).

      Met ingang van augustus 1918 kreeg de heer A.J. Bakker (ook raadslid) de leiding.

      Was er tot die tijd alleen sprake van een kasadministratie, daarna wordt een volledige boekhouding gevoerd en is er een magazijnregistratie.

      De boekhouding was een gevolg van de wet, want:

      -           de burgemeester moest periodieke opgaven verstrekken over de uitgaven

      -           9/10 deel van het negatief verschil was voor rekening van de staat en 1/10 deel voor de gemeente.

      In de loop van 1920 werd de rantsoenering van de meeste goederen opgeheven en werden de resterende roerende goederen van het levensmiddelenbedrijf en de inventaris van de gemeentekeuken geveild. Eind 1921 werd het eindrapport opgesteld waarna het bedrijf werd opgeheven.

       

      Brood- en meeldistributie

       

      De brood- en meeldistributie nam een aanvang in 1915. De bestellingen werden gedaan door de gemeente en werden afgeleverd bij de opslagruimte naast het huis van molenaar R.G. Calis, de meelopslaghouder. De facturen werden betaald door de gemeenteontvanger.

      De bakkers kochten op het gemeentehuis een meelbon en konden tegen inlevering van de bon een hoeveelheid meel krijgen uit de opslagplaats. Deze werkwijze is ongewijzigd gebleven tot de opheffing van het distributiebedrijf in 1921.
  •  Verwijzing
    • Voor de overige gesschiedenis, voor het archiefbeheer en de citeerinstructie zie het archief van het gemeentebestuur 1851-1924 (toegang SAGV050.4)
  •  Hele toegang