De Krijgsraad werd ´naar oude gewoonte´ gekozen en benoemd door de drossaard, burgemeesters en regeerders, en bestond uit kapiteins, luitenanten, vaandeldragers en sergeanten. Zij werden gekozen voor een periode van vier jaar. De schutterij gaat waarschijnlijk terug tot de middeleeuwen, alhoewel de oudste vermelding pas dateert van 1620. In dat jaar besloot de Vroedschap, dat de kapiteins van de schutterij onder bevel van burgemeesters, schepenen en Vroedschap zouden staan. Dienstneming in de schutterij was verplicht voor iedere inwoner van achttien tot zestig jaar. Wel kon de dienstplicht jaarlijks worden afgekocht.I n 1655 werd naast de reeds bestaande schutterij en tweede schutterij gevormd, het zogeheten Oranje Vendel. De reeds bestaande schutterij kreeg de naam Oranje Vendel. Waarschijnlijk werd het blauwe vendel geformeerd uit bewoners van de westkant van de Vecht en het oranje uit die van de oostzijde. De schutters oefenden wekelijks in de voortuin (nu kruidentuin) van het Muiderslot en later bij de Smelt. De schutterij was belast met het lopen van de nachtwacht, met de brandweer en vanaf 1709 was zij verantwoordelijk voor de verlichting.
Na de Bataafse omwenteling in 1795 werden de schutterijen ontbonden. Twee jaar later werden zij weer in ere hersteld, waarbij het Oranje Vendel om politieke redenen werd omgedoopt tot het Roode Vendel. Na de inlijving bij Frankrijk werden de in 1812 opgeroepen schutters ingelijfd bij de Nationale Garde en met Napoleon op veldtocht naar Rusland gestuurd. Slechts een van de vijf opgeroepen Muidenaars keerde naar Muiden terug. Vanaf 1816 verwerd de schutterij tot een soort gezelligheidsvereniging. In 1830 is de schutterij nog een keer gemobiliseerd in verband met de Belgische Opstand. In 1907 werd de schutterij definitief opgeheven.
Bron: H. van Ginkel, Het rijke verleden van vestingstad Muiden (Zwolle 2004), 149-150