Archief Gooi en Vechtstreek

Detail Archief

Detail Archief

BestandsnummerSAGV204
Archiefcategorie1.1a behorend tot archief van algemeen plaatselijk bestuur
ArchieftitelArchief van de Distributiedienst gemeente Hilversum
PlaatsHilversum
Datering1914-1921
Omvang0.75 m
ArchiefdienstStreekarchief Gooi en Vechtstreek te Hilversum
InventarisInventaris van het archief van de Distributiedienst Hilversum, 1914-1921.

  •  Geschiedenis van de organisatie
    • 1.1. Algemeen

      Het is 28 juni 1914 wanneer aartshertog Frans Ferdinand van Oostenrijk samen met zijn vrouw word vermoord in Sarajevo. Dit moment wordt over het algemeen gezien als het begin van wat we tegenwoordig de Eerste Wereldoorlog noemen. Hierna liepen de spanningen zo hoog op dat al na vijf weken hevige gevechten waren uitgebroken tussen verschillende landen [1] en hadden in augustus de meeste grote naties in Europa elkaar al de oorlog verklaard. Tijdens deze periode verklaarde Nederland zich neutraal en hield zich afzijdig van de oorlog [2].

      Ondanks de neutrale status ondervond Nederland de consequenties van de Grote Oorlog.­ Door de grote onrust buiten de Nederlandse landsgrenzen werd de bevolking angstig. In reactie hierop begon men op grote schaal onder anderen voedsel te hamsteren. De overheid was bang dat hierdoor grote schaarste zou ontstaan en de prijzen voor voedsel gigantisch zouden toenemen. Om dit tegen te gaan besloten ze al snel, in 1914, maatregelen te nemen in de vorm van de Levensmiddelenwet, een aanpassing op de onteigeningswet 1851, en een paar jaar later, in 1916, de Distributiewet 1916. [12]

      1.2. Levensmiddelenwet

      “In Nederland tracht minister Treub -de minister van landbouw- met allerlei maatregelen de zwarte handel in voedsel, de woeker en speculatie aan banden te leggen. Op 3 augustus 1914 kondigde hij de Levensmiddelenwet af, om prijsopdrijving tegen te gaan en de uitvoer van levensmiddelen te verhinderen. Officieel staat de Levensmiddelenwet te boek als: Wet van den 3den Augustus 1914, tot aanvulling der Onteigeningswet ter voorkoming van vasthouding en prijsopdrijving van waren. Het omvatte een aantal bepalingen als aanvulling op de Onteigeningswet van 28 augustus 1851. Met machtiging van de minister wordt het aldus mogelijk dat door of vanwege de burgemeester levensmiddelen, grondstoffen van levensmiddelen, huishoudelijke artikelen en brandstoffen in de gemeente aanwezig onmiddellijk in bezit genomen kunnen worden en beschikbaar komen ten behoeve van de bevolking of van de in gemeente bestaande bedrijven.

      Voor de beheersing van de grondstoffenpositie op industrieel- en handelsgebied stelt men rijksbureaus in. Tevens wordt er een Centraal Administratie Kantoor voor Distributie van Levensmiddelen opgericht, waaraan verzoeken kunnen worden gericht voor het beschikbaar stellen van levensmiddelen." [4]

      1.3. Distributiewet 1916
      “Door enerzijds de toenemende rantsoenering, stagnering van toevoer van grondstoffen en produkten, grote inflatie en anderzijds de voortdurende mobilisatie en de vluchtelingenproblematiek is nieuwe wetgeving noodzakelijk. Op 19 augustus 1916 wordt de Distributiewet 1916 afgekondigd. Een doelmatige distributie van goederen wordt nagestreefd d.m.v. bepalingen gegeven in het belang van de volksvoeding. Door het Ministerie van landbouw, nijverheid en handel worden de prijzen vastgesteld van de aanwezige distributieprodukten. Tegen minimumprijzen worden ze vervolgens beschikbaar gesteld aan de bevolking. Het verschil tussen in- en verkoopprijs wordt voor 90% door het Rijk gedragen, 10% komt ten laste van de gemeente.

      Met name in 1917 en 1918 is op ruime schaal tot distributie overgegaan. Door het einde van Wereldoorlog I komt er langzamerhand een einde aan de tekorten of stagnerende toevoer van levensmiddelen en huishoudelijke artikelen. De economie en daarmee de marktpositie van de detail- en groothandel herstelt zich. In 1920 is de situatie weer genormaliseerd en zijn de meeste produkten weer op de vrije markt verkrijgbaar tegen redelijke prijzen." [4]

      1.4. Distributie van levensmiddelen in Hilversum 1914-1921

      1.4.1 Periode 1914-1916 - Gemeentelijke Keuringsdienst
      Tijdens de beginperiode van de Eerste Wereldoorlog ontstond er dus veel onrust in Nederland waaronder ook in Hilversum. Daarom besloot de gemeente Hilversum levensmiddelen op te kopen, op te slaan en vervolgens te verkopen tegen een lage (landelijk vastgestelde) prijs. Ze maakte gebruik van hun bevoegdheden om dit te doen vastgesteld in de onlangs ingevoerde Levensmiddelenwet. De taak voor het inkopen, opslaan en distribueren van levensmiddelen werd uitgevoerd door de gemeentelijke Keuringsdienst [9] onder leiding van de heer J.J. Polak [3]. Deze extra taken namen over het algemeen zoveel tijd in beslag dat het al kleine aantal personeel weinig tijd had voor hun andere (oorspronkelijke) taken [9].

      Kort na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog buiten Nederland begon de gemeentelijke Keuringsdienst de belangrijkste voedingsmiddelen en brandstoffen te inventariseren die in de gemeente aanwezig waren. Hieruit bleek al snel dat de voorraden niet adequaat genoeg waren om de bevolking voor langere tijd te onderhouden. Niet wetende dat de oorlog langer zou duren dan men in eerste instantie dacht.

      Om deze situatie te verbeteren werden als eerst een aantal schattingen gemaakt hoeveel voedingsmiddelen er ongeveer per persoon nodig zouden zijn. Vervolgens begon de gemeente actief hun voorraden aan te vullen. Over de loop van de eerste maand verbeterde de situatie licht en nam de voorraad voor de meeste levensmiddelen toe. Op 8 september 1914 melde de heer PoIak in een brief aan de burgemeester een aantal van zijn bevindingen. Zo moest de gemeente onder andere gaan zorgen dat er meer opslagmogelijkheden moesten komen voor het opslaan van levensmiddelen, want op dit moment was Hilversum afhankelijk van een continue toevoer van. Ook had hij een schatting gemaakt hoeveel extra krediet er nodig zou zijn om voldoende levensmiddelen te kunnen aankopen. Vervolgens werd er in het gemeenteblad van 25 september 1914 bekendgemaakt dat er een budget van fl. 100.000,00 beschikbaar gesteld zou worden voor de aankoop van levensmiddelen en brandstoffen. Vervolgens begon met actief contact te zoeken met boeren en bedrijven binnen Hilversum met de vraag of zij goederen konden inkopen en/of opslaan en tegen welke prijs. Op deze manier hoopte ze de situatie [5].


      1.4.2 Periode 1916-1921 - Levensmiddelenbedrijf / Distributiebedrijf
      In het gemeenteblad van 17 mei 1916 maakte de gemeente Hilversum bekend dat er een nieuw levensmiddelenbedrijf ingesteld zou gaan worden. Dit bedrijf zou in werking treden op 15 mei 1916 onder de naam “Levensmiddelenbedrijf” en zou vervolgens blijven bestaan tot 1 januari 1918 [6]. Met ingang van 15 mei 1916 werd juffrouw Mej. J.G.W. Collard aangesteld door Burgemeester en Wethouders als bedrijfsleidster van het Levensmiddelenbedrijf [7]. Het bedrijf vestigde zich in de voormalige Tromschool [10]. Het bedrijf zou zelfstandiger opereren dan voorgaand het geval was, maar Burgemeester en Wethouders hielden nog wel toezicht.

      Over de jaren zijn er natuurlijk een aantal dingen veranderd aan en binnen het Levensmiddelenbedrijf. Zo stopte juffrouw Mej. J.G.W. Collard per 1 april 1917 als bedrijfsleidster [6] en zou per ingang van deze datum de heer G.F. Mahn de taken als de nieuwe bedrijfsleider overnemen [7]. Maar de grootste verandering kwam in december 1917. De originele verordening stelde dat het bedrijf zou blijven bestaan tot 1 januari 1918, maar door omstandigheden werd besloten om het Levensmiddelenbedrijf langer in leven te houden. Hierdoor werd besloten een geheel nieuwe verordening op te stellen en zou de naam van het bedrijf vervangen worden door “Distributiebedrijf” [6]. De reden voor deze naamswijziging was omdat het bedrijf over de eerste periode zich bezig is gaan houden met meer dan alleen levensmiddelen [10]. Deze nieuwe verordening, gepubliceerd in het gemeenteblad van 14 december 1917, zou volgens artikel 20 in werking treden op 1 januari 1918 en van kracht blijven tot 1 januari 1920. Vervolgens is artikel 20 nog drie keer aangepast waarmee het Distributiebedrijf langer in leven werd gehouden. De eerste wijziging werd bekendgemaakt in het gemeenteblad van 28 november 1919. Hierin werd de datum verschoven naar 1 juli 1920. De tweede wijziging werd bekendgemaakt in het gemeenteblad van 18 juni 1920 waarin de datum werd verschoven naar 1 januari 1921. En de laatste wijziging werd bekendgemaakt in het gemeenteblad van 6 december 1920 met als einddatum 1 januari 1922 [6]. Uiteindelijk is besloten om met ingang van 1 juli 1921 het Distributiebedrijf op te heffen. Dit werd bekendgemaakt in het gemeenteblad van 20 mei 1921 [8].

      Over de jaren nam het aantal taken en de hoeveelheid werk waar het Levensmiddelenbedrijf/Distributiebedrijf zich mee bezig hield flink toe. Hierdoor werd het aantal personeel steeds verder uitgebreid. Waar er aan het begin van 1917 nog 19 mensen personeel was, steeg dit aantal naar 34 eind 1917. Om al deze mensen te kunnen huisvesten werd, toen de mogelijkheid zich voordeed, het aangrenzende pand erbij gehuurd. Ook moesten in dit jaar veel goederen (brood, rijst, gort, havermout, vet, peulvruchten, zeep en aardappelen) gerantsoeneerd gedistribueerd worden onder de bevolking. Dit werd in eerste instantie gedaan met bonnen/bonboekjes, maar naarmate het aantal producten steeg die gerantsoeneerd gedistribueerd moesten worden werd het alleen een bonboekje niet maar als toereikend gezien. Hierdoor werd een systeem geïntroduceerd waarbij je aan de hand van een legitimatiekaart de benodigde kaarten en bonnen kon bemachtigen [10].

      Het jaar 1918 was het jaar waar de bemoeienis van het Distributiebedrijf nog mee toenam in vergelijking met voorgaande jaren. Ook nam het personeelsbestand toe van 34 naar 89 personen. Deze groei had organisatorisch als gevolg dat het noodzakelijk werd geacht om met speciale afdelingen te gaan werken. De volgende afdelingen werden in het leven geroepen:

      • Comptabiliteit;
      • Brood- en Meelvoorziening;
      • Algemene Zaken;
      • Controle;
      • Zuivelproducten;
      • Voedselvoorziening voor zieken;
      • Buiten-controle.
      Daarnaast had deze toename in personeel ook als gevolg dat er wederom een gebrek aan werkruimte ontstond. Daarom werden verschillende afdelingen ondergebracht op verschillende locaties verspreid door Hilversum. Wat betreft de distributie van producten zelf; een klein aantal producten verdwenen uit de distributie, maar een groter aantal producten (25) werden opgenomen. Ook moesten opnieuw producten gerantsoeneerd gedistribueerd worden, waarbij de belangrijkste boter en vlees waren. Vooral de distributie van vlees werd een probleem toen in april 1918 (landelijk) een algeheel slachtverbod werd afgekondigd. Dit probleem begon pas weer langzaam te verdwijnen pas toen in september weer runderen aangevoerd konden worden. In november verbeterde de gehele situatie in Hilversum toen de wapenstilstand werd afgekondigd. Door deze wapenstilstand kon een gedeelte van de militaire voorraden vrijgegeven worden voor algemene distributie [11].
  •  Geschiedenis van het archief
    • Het archief zoals aangetroffen aan het begin van bewerking verkeerde in goede staat. Op een grootboek met harde kaft na zat alles in een oorspronkelijke omslag/dossier. Het merendeel was kaal met een in pen geschreven opschrift. De overige omslagen waren voorgedrukt waarbij de open ruimtes ingevuld waren met pen of stift.

      Tijdens het bewerken is de oorspronkelijke ordening zoveel mogelijk aangehouden. Bij slecht drie omslagen was dit niet het geval. Deze kende een tabblad ordening waardoor er gekozen is om per tabblad een nieuwe omslag te gebruiken. Ook de overige oorspronkelijke omslagen zijn in nieuwe omslagen gestopt, omdat de oude een ijzeren binding kende.

      De directeur van de Gemeentelijke Keuringsdienst heeft dossiers die oorspronkelijk in het secretarie archief behoren meegenomen en later toegevoegd aan het archief van de Distributiedienst van Hilversum. Waardoor stukken over de besluitvorming over het Levensmiddelenbedrijf alleen in dit archief te vinden zijn.
  •  Verantwoording van de bewerking
    • Tijdens de bewerking van het archief is zoveel mogelijk de oorspronkelijke ordening aangehouden. Slechts drie oorspronkelijke omslagen zijn niet in hun oorspronkelijke staat terug te vinden. Zo kende ze alle drie een tabblad ordening waarbij gekozen is om elke tabblad een eigen omslag te geven. De reden is voornamelijk om de toegankelijkheid te verbeteren. Wel is er bij twee oorspronkelijk omslagen gekozen om deze in de inventaris onderdeel van een deelbeschrijving te maken om zo toch nog de oorspronkelijke staat enigszins te handhaven. Het gaat hier dan om inv. nr. 3-6 en 18-20. De inhoud van de derde oorspronkelijke omslag is door de uiteenlopende onderwerpen uit elkaar gehaald. Deze beschrijvingen zijn vervolgens ondergebracht onder Organisatie en Financiën.

      Binnen dit archief zijn geen dossiers geselecteerd voor vernietiging, omdat het de beeldvorming completeert over het maatschappelijk leven tijdens de Eerste Wereldoorlog in Hilversum.
  •  Aanwijzingen voor de gebruiker
    • Het archief is door iedereen vrij te raadplegen. Het verkeerd in goede staat en de inhoud van het archief is in het Nederlands.
  •  Bronnen
  •  Hele toegang
    •  Hele toegang