Archief Gooi en Vechtstreek

Detail Archief

Detail Archief

BestandsnummerSSAN175
Archiefcategorie1.2.8 gezondheidszorg
ArchieftitelAlgemene begraafplaats te Bussum
PlaatsBussum
Dateringc1874-c1993
Omvang4.12 m
Statusinventaris
ArchiefdienstGemeentearchief Gooise Meren en Huizen

  •  1. Inleiding
    • Op de protestantse begraafplaats in Muiderberg bevindt zich een graf ‘groot 5 voet, 5 duim breed, 9 voet [en] 9 duim lang’ en ligt ‘3 voete van de muur’ van de kerk.[1] Het was lange tijd een mysterieus graf. Niemand wist wie erin begraven lag. De meest vreemde en fantastische verhalen deden de ronde. Zo zou er een lokale redenaarszoon in zijn begraven die de verdrinkingsdood welbewust zocht omdat zijn ouders hem niet lieten trouwen met het meisje van zijn dromen. Of er lag een rijke zeeman in het graf, die verdronk toen hij zijn geliefde juist wilde redden van de verdrinkingsdood. Het meest hardnekkige verhaal is die van de Poolse zeeman: als schipbreukeling spoelde hij bij Muiderberg aan met een zak geld en een testament waarin stond dat hij begraven wilde worden op de plek waar hij aanspoelde.

       

      Onderzoek heeft intussen uitgewezen dat Joan Antoni Grunelius, een lutherse fabrikant uit Amsterdam, in het graf ligt. In de zomer van 1780 kocht hij het graf; twee jaar later overleed hij en werd erin begraven. Maar waarom Grunelius in Muiderberg werd begraven is nog altijd in nevelen gehuld. Zijn vrouw overleed in 1779 en werd begraven in de Oude Lutherse kerk in Amsterdam, waar ook twee van zijn dochters en twee jong gestorven kleinkinderen werden begraven. Het lag voor de hand dat Grunelius in dit familiegraf bijgezet zou worden. De Muiderbergse begraafplaats was bovendien van gereformeerde (hervormde) signatuur en niet persé luthers. Er is tot op heden geen directe band ontdekt tussen Grunelius en Muiderberg.[2] Het is dus nog onduidelijk waarom Grunelius in Muiderberg begraven ligt.

       

      Het graf van Grunelius is slechts één van de vele graven die er te vinden zijn op het grondgebied van de gemeente Gooise meren. In deze inventaris wordt eerst de geschiedenis verhaald van de begraafplaatsen die in beheer waren bij de voormalige gemeenten Naarden, Muiden en Bussum en heden ten dage de gemeente Gooise Meren, waarna de archiefbestanddelen van deze begraaf-plaatsen worden opgesomd.

       

      [1] De citaten zijn ontleend aan: Wieten, ‘Muiderberg – Het graf van een Poolse zeeman’.

      [2] Er wordt door Wieten gesuggereerd dat er een band bestaat tussen Grunelius en Muiderberg op het vlak van (het redden van) verdronken zeelieden. Grunelius participeerde (financieel) in de Maatschappij tot Redding van Drenkelingen, maar of dit een handeling uit medeleven was of simpel financieel gewin (vanwege een lijfrente) is niet duidelijk.

  •  2. Geschiedenis van de begraafplaatsen in Bussum, Muiden en Naarden
    • Binnen de grenzen van de gemeente Gooise Meren liggen 12 begraafplaatsen en kerkhoven.[1] Een vijftal daarvan is in particulier handen en valt niet onder gemeentelijk beheer.[2] Zeven begraaf-plaatsen vallen heden ten dage wél onder gemeentelijk beheer:

      • Algemene begraafplaats in Muiderberg
      • Algemene begraafplaats in Muiden
      • Algemene begraafplaats in Bussum
      • Oude rooms-katholieke begraafplaats in Bussum
      • Nieuwe rooms-katholieke begraafplaats in Bussum
      • Begraafplaats Nieuw Valkeveen in Naarden
      • Oude algemene begraafplaats in Naarden

       

      Van oudsher was begraven een kerkelijke aangelegenheid. Welgestelde burgers werden in de kerk begraven en de minder gegoeden vonden op het kerkhof hun laatste rustplaats. In de zeventiende en achttiende eeuw werden steeds meer kerkhoven verplaatst naar buiten de bebouwde kom en werd er minder in het kerkgebouw zelf begraven. Onhygiënische toestanden, ruimtegebrek en stijgende bedragen voor het begraven in de kerk noopten tot deze verplaatsingen. In 1810, wanneer de Fransen het Koninkrijk Holland inlijfden bij het (Eerste) Franse Keizerrijk, werd de Code Civil (Burgerlijk wetboek) van kracht, inclusief het Décret Impérial sur les sépultures (Keizerlijk decreet aangaande het begraven). Het decreet verbood begrafenissen binnen de bebouwde kom, moesten nieuwe begraafplaatsen minstens 35 tot 40 meter daarbuiten liggen en moest elk stoffelijk overschot een eigen graf krijgen. Na het vertrek van de Fransen in 1813 trok koning Willem I het decreet in, maar in 1827 vaardigde hij een Koninklijk Besluit uit waarmee hij het decreet eigenlijk weer in werking stelde. Het gevolg was dat alle dorpen en steden met meer dan 1000 inwoners per 1 januari 1829 buiten de bebouwde kom een algemene begraafplaats moesten aanleggen.[3] Naarden met 2379 en Muiden met 1617 inwoners gaven uitvoering aan deze plicht, Bussum met rond de 400 inwoners niet.[4]

       

      [1] Het voornaamste verschil tussen een begraafplaats en kerkhof is, dat de laatste om of nabij een kerk ligt.

      [2] Dit zijn: protestantse begraafplaats Muiderberg, Joodse begraafplaats Muiderberg, rooms-katholieke begraafplaats Muiden, de Joodse begraafplaats Naarden/Bussum en de katholieke begraafplaats St. Vitus in Bussum.

      [3] Maar in de praktijk vonden begrafenissen in en rondom de kerk toch nog plaats tot in het midden van de negentiende eeuw , aldus Medema in ‘In het teken van de vis’, p. 13.

      [4] Het inwonertal van Naarden en Muiden is ontleend aan de volkstelling van 1830 via www.volkstellingen.nl. (geraadpleegd op 4 juli 2018). Het inwonertal van Bussum is ontleend aan Torren, ‘rijke stinkerds’, p. 18. 

  •  3. Algemene begraafplaats in Bussum
    • Sinds 1886 ligt aan de Nieuwe Hilversumseweg de Bussumse algemene begraafplaats. In feite is dit de nieuwe of tweede algemene begraafplaats. In 1872 werd er eerst een algemene begraafplaats aangelegd aan de Brinklaan, op een perceel dat tot 1887 aan de gemeente Hilversum behoorde. Deze locatie bleek al snel veel te klein. Door de komst van de spoorlijn en de opening van het treinstation Naarden-Bussum in 1874 groeide Bussum qua inwonertal enorm. Telde Bussum in 1869 1190 inwoners, 30 jaar later woonden er 7037 inwoners.[1] Uitbreiding van de begraafplaats aan de Brinklaan kon niet; er moest worden omgezien naar een andere locatie.

      In 1885 werd de begraafplaats aan de Nieuwe Hilversumseweg aangelegd naar het ontwerp van architect J.F. Everts. Voor de beplanting liet de gemeente zich adviseren door D.F. Tersteeg, die later ook de aanleg van de begraafplaats Nieuw Valkeveen in Naarden verzorgde. Op 1 mei 1886 werd de nieuwe begraafplaats in gebruik genomen en werd de oude aan de Brinklaan gesloten; de stoffelijke resten werden op de nieuwe begraafplaats herbegraven. De locatie van de begraafplaats aan de Brinklaan zou later bekend worden als ‘het bosje van Bouvy’, vernoemd naar Françoise Bouvy, die het perceel in 1903 kocht en er een villa op liet bouwen.

      Door de snelle groei van Bussum werd al snel de (nieuwe) algemene begraafplaats ook te klein. Door een grenswijziging met Hilversum in 1887 kon er worden uitgebreid. Opvallend detail is het toegangshek waarop ‘anno 1887’ is te lezen; het getal verwijst dus naar de uitbreiding van de begraafplaats en niet de ingebruikname. In de volgende decennia is de begraafplaats nog enkele malen uitgebreid naar het zuiden en zuidwesten toe, zodat er oude en nieuwe delen ontstonden, elk met een eigen inrichting en karakter. Waar het oude deel symmetrisch van opzet is, waarbij de aula (gebouwd in 1923) midden in de hoofdas staat, is het nieuwe gedeelte ‘speelser’ van aard waarbij de hoofdas van het oude deel nog wel doorloopt in het nieuwe. Sinds 1967 is er een nieuwe ‘sobere, stijlvolle’ aula, ontworpen door de directeur van de dienst Gemeentewerken W. Groenevelt; de oude aula doet heden ten dage dienst als opslag en kantine.[2]

       

      [1] De aantallen zijn ontleend aan de volkstellingen van 1869 en 1899 via: www.volkstellingen.nl. (geraadpleegd op 29 juni 2018).

      [2] Citaat ontleend aan het krantenartikel ‘Sobere, stijlvolle aula op de begraafplaats’.

  •  4. Omvang en materiele staat van de archiefbestanddelen
    • Het archiefbestand van de begraafplaatsadminitraties van de voormalige gemeenten Naarden, Muiden en Bussum bevatten boeken en losbladige kaarten van verschillende afmetingen. Bij inventarisatie bleken er 21 registerboeken, 17 kleine klappers, 5 kisten aan indexkaartjes, 1 grote kunststof ladebox, 1 schriftje en 4 omslagen aanwezig te zijn. De archiefbestanddelen berustten tot 2016 elk in de gemeentehuizen van de voormalige gemeenten Naarden, Muiden en Bussum. Vanaf 1 januari 2016, met de samenvoeging van de drie genoemde gemeenten tot Gooise Meren, werden de bescheiden overgeheveld naar het gemeentehuis in Bussum.

      De begrafenisboeken zijn door de jaren heen intensief gebruikt door medewerkers van de begraaf-plaatsadministratie. Rafelige hoeken, voorzichtig loslatende bindingen, loslatende stofomslag en papiervouwen zijn dan ook aanwezig. Op de kaft en/of band van elk boek is aangetekend, via plakband vastgeplakte pot-its of via een zwarte stift, dat de gegevens in SidaC zijn ingevoerd. Waarschijnlijk was SidaC een geautomatiseerd systeem in de jaren tachtig en negentig voor de registratie van graven op de verschillende begraaflocaties. Het verwijderen van de post-its met plakband zou de boeken verder beschadigen zodat van verwijdering is afgezien.

      De boeken en kaartjes bevatten geen kunststof of metalen hechtmechanismen zoals elastiekjes, nietjes en paperclips. De boeken en kaartjes zijn in zuurvrije dozen verpakt. De dozen zijn van zuurvrije etiketten met opschrift voorzien.

  •  5. Aanwijzingen voor de gebruiker
    • Er zijn krachtens de Archiefwet 1995 geen beperkingen op de openbaarheid van archiefbescheiden gesteld. De in de informatie voorkomende persoonsgegevens hebben betrekking op overleden personen; de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) is derhalve niet van toepassing. Bij de verwerking van persoonsgegevens van nog mogelijk in leven zijnde rechthebbenden op de grafrechten is de AVG van toepassing.

  •  6. Geraadpleegde bronnen
  •  Hele toegang