De familie Schipper heeft als bakermat Loosdrecht, volgens het genealogische overzicht (zie de literatuuropgave hierna) rekent men als stamvader ene Gerrit Rijcksen gehuwd met Geertie Theunis die in de 17e-eeuw leefden. Veel leden van de familie waren in de 18e-eeuw actief in de vervening van Loosdrecht en als turfschipper werkzaam.
Het archief begint met stukken die betrekking hebben op de broers Warnaar en Gijsbert Schipper en vervolgd verder met stukken over de nakomelingen van Gijsbert.
De eerste generaties van de familie bleven in Loosdrecht wonen maar in de 19e-eeuw vertrekken enkele leden naar Amsterdam en naar Hilversum.
In Hilversum klimt Jacob Schipper op (rubriek 1.1.6) van eerste opzichter-tekenaar tot technisch hoofdambtenaar bij de dienst Publieke werken van de gemeente Hilversum. Hij zou bij dezelfde dienst verbonden blijven voor maar liefst 40 jaar. Zowel op het werk maar ook op persoonlijk niveau stond hij in een zeer goede relatie met de befaamde gemeente-architect W.M. Dudok. Vele archiefstukken maken daar ook melding van. In 1928 werd Jacob aangesteld als hoofdopzichter bij de bouw van het raadhuis van Hilversum.
Vooral uit zijn werkzame periode zijn bijzondere fotoalbums en brieven bewaard gebleven waardoor men een goed kijkje krijgt van de werkzaamheden van deze dienst en het personeel.
Het boek ‘Architecten van Hilversum’ (zie de literatuuropgave hierna) heeft een hoofdstuk gewijd aan Jacobs werkzaamheden voor de gemeente Hilversum waarbij veel archiefmateriaal is geput uit het familiearchief. Dat gebeurde in het jaar 2022 toen dit archief nog was ondergebracht bij een kleinzoon van Jacob.
Bijzonder om te noemen zijn de oudste stukken uit het archief. Het zijn de familie aantekeningen van de familie Pos die destijds zijn bijgehouden in hun eigen bijbel. De aantekeningen zijn begonnen in het jaar 1692 door Jacob Jacobszoon Pos die in hetzelfde jaar trouwt met Marritje Aertsdochter Sas en zijn door vele generaties later bijgehouden tot 1862. Door het huwelijk van Jacobje Pos (de dochter van bovengenoemde) met Gijsbert Rijken Schipper zijn ze vervolgens in de familie Schipper terecht gekomen en verder bijgehouden. Deze Jacobje en Gijsbert waren op hun beurt de grootouders van de broers Warnaar en Gijsbert waar het archief feitelijk mee begint.