Archief van 1966-2023 (heden)
Op 11 november 1966 is carnavalsvereniging De Vestingnarren opgericht vanuit het danscomité Katholieke Arbeiders Jeugd (K.A.J). De Vestingnarren zijn sindsdien uitgegroeid tot een hechte organisatie, die mede het sociaal-culturele leven in Naarden kleur geeft. In dit kader hebben De Vestingnarren in 2010 de Zilveren Legpenning van de Stad Naarden ontvangen. Dit is de hoogste onderscheiding van de stad, welke de gemeenteraad toekent aan inwoners of organisaties die iets bijzonders voor Naarden betekenen.
NB. Hoewel het carnaval van oorsprong een gelovige traditie is, een knalfeest aan het einde van de vastentijd, heeft het Naardense carnaval geen banden met het geloof. Vanaf de oprichting is het feest in Naarden bedoeld voor alle gezindten. Tijdens de carnavalsviering wordt Naarden omgedoopt tot Wallegat, vanwege de stadswallen.
Het carnavalsseizoen start jaarlijks op 11 november met het Prinsenbal. Daar wordt afscheid genomen van de Prins van het vorige seizoen, die dan opgenomen wordt in het Prinsenconvent (raad van oud-prinsen). In het Prinsenconvent zijn alle gewezen prinsen van de Vestingnarren ingeschreven. De oud-prins moet dan wel een eed van trouw afleggen tegenover Don Frederik van Toledo, de beschermheer van de carnavalsvereniging. Aansluitend worden de Raad van Elf, dansmariekes en de Prins (en zijn adjudanten) van het nieuwe seizoen bekend gemaakt. Wie de nieuwe prins is, wordt tot het laatste moment (23:11 uur op 11 november) angstvallig geheim gehouden voor het grote publiek. De Prins van de Vestingnarren draagt de naam Ravel, afgeleid van het Naardense Ravelijn, gevolgd door een rangtelwoord. Naast Prins Ravel kent het carnavalsseizoen ieder jaar een jeugdprins.
‘Het Naardense carnaval is een echt familiefeest. De harde kern van de vereniging bestaat uit een aantal families waarvan inmiddels de vierde generatie het feest meeviert. “De Kamertjes, de families Koopmanschap, Hartong, Pronk, Kelderman, Ploeger”, somt Rob Pronk (een van de oprichters van de vereniging) er een aantal op. “Allemaal echte verenigingsmensen met het vermogen om iets te organiseren. De vereniging drijft op een grote groep vrijwilligers die in staat zijn om iets neer te zetten” (uit: Naardernieuws, woensdag 11 februari 2015).’
