1.1 Oprichting
De commissie is samengesteld in de vergadering van 18 december 1922 en werd gevormd door de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Baarn, Blaricum, Bussum, s-Graveland, Hilversum, Huizen, Laren en Naarden. Baarn had eerst geen zitting in de commissie en is later toegetreden in 1924 (vergadering van 8 april 1924). Voorzitter van de commissie was de burgemeester van Hilversum, vice-voorzitter was de burgemeester van Bussum, secretaris was de burgemeester van Blaricum. Deze vormden samen het bureau. Het bureau werd bijgestaan door de hoofdcommies van algemene zaken van de secretarie van Hilversum. Deze ontwierp de stukken die van de commissie uitgingen en maakte het verslag van de vergaderingen. Het archief van de commissie berustte onder hem.
Aanvankelijk waren de betrokken gemeentebesturen van mening dat er samenwerking gewenst was, om maatregelen te treffen, ten einde het natuurschoon van het Gooi zoveel mogelijk te behouden. Daartoe riep men een schoonheidscommissie voor de gehele streek in het leven, die de gemeentebesturen in voorkomend geval over te nemen maatregelen zou adviseren. In de vergadering van 18 december 1922 werd besloten tot de oprichting van de schoonheidscommissie voor het Gooi. In de vergadering van 22 januari 1923 werd besloten dat de leden zouden worden aangewezen door de colleges van B&W. Op 25 mei 1923 werden de leden benoemd.
Men wilde echter niet alleen samenwerken op het gebied van het behoud van het natuurschoon. Men meende, dat de Gooise gemeenten zoveel belangen gemeen hadden dat het zeer gewenst was een permanente commissie in het leven te roepen waarin algemene belangen van de streek besproken werden: de Belangencommissie voor het Gooi.
In 1929 bedankte de burgemeester van Bussum als vice-voorzitter van de Belangencommissie omdat hij niet tevreden was over de vertegenwoordiging. Niet de personen werden benoemd maar de burgemeesters, waardoor bij afwezigheid niet de vice-voorzitter de burgemeester van Hilversum verving als voorzitter van de belangencommissie maar de loco-burgemeester van Hilversum. In 1930 werd de burgemeester van s-Graveland toegevoegd aan het bureau.
(Bron: http://zoeken.gooienvechthistorisch.nl/publiek/detail.aspx?xmldescid=212349845 )
1.2 Opheffing
Het is niet duidelijk wanneer de Belangencommissie opgehouden is te bestaan. Het laatst aangetroffen verslag van de commissie is van 4 oktober 1939. De vergaderingen zijn vermoedelijk gestopt vanwege de Tweede Wereldoorlog.