1.1 Oprichting
In de vergadering van 18 december 1922 van vertegenwoordigers van de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Blaricum, Bussum, 's-Graveland, Hilversum, Huizen, Laren en Naarden werd besloten tot oprichting van een Centrale Schoonheidscommissie voor het Gooi (CSC). In diezelfde vergadering werd de Belangencommissie voor het Gooi opgericht, waarin bovengenoemde gemeenten vertegenwoordigd waren en waar later de gemeente Baarn ook aan deelnam. De Schoonheidscommissie bestond uit een aantal deskundigen die de Belangencommissie kon adviseren inzake het behoud van het natuurschoon in het Gooi. De commissie mocht haar adviezen gevraagd en ongevraagd geven. Er werden vanuit de Belangencommissie verder geen voorschriften opgesteld hoe de commissie haar taken zou moeten uitvoeren. De bij de Belangencommissie aangesloten gemeenten verleenden krediet aan de CSC.
1.2 Leden
De leden werden aangewezen door de verschillende deelnemende gemeenten. In de vergadering van 25 mei 1923 werden de volgende leden in eerste instantie benoemd: Prof. Dr. J. Veth, kunstschilder en dichter te Bussum (voorzitter), E.R.D. Schaap, kunstschilder te ’s-Graveland, K.P.C. de Bazel, architect te Bussum, D.T.Tersteeg, tuinarchitect te Naarden, Co Breman, kunstschilder te Laren, Henri Polak, vakbondsbestuurder en politicus te Laren, W.M. Dudok, architect en stedenbouwkundige te Hilversum en G.A. Pos, tweede voorzitter van de Algemene Nederlandse Wielrijdersbond te Amsterdam. Secretaris van de CSC werd de burgemeester van Blaricum, J.J. Klaarenbeek. Vanwege het relatief geringe aantal architecten in de commissie werd besloten twee architecten toe te voegen. Men vond het belangrijk om meer architecten op te nemen omdat deze meer praktisch inzicht zouden hebben. Op 20 juni 1923 werden daarom de architecten H.F. Symons te Blaricum en J.W. Hanrath te Hilversum benoemd tot leden van de CSC.
In 1924 werd Dudok vice-voorzitter na het overlijden van De Bazel. A.A. Kok (architect te Bussum) werd toegevoegd aan de commissie. Dudok werd voorzitter van de CSC op 3 september 1925 na het overlijden van de heer Veth. In 1927 werden Ir. J. Gerber (architect te Bussum) en E. Verschuijl (architect te Baarn) benoemd in de commissie. De laatste werd benoemd om de belangen van de gemeente Baarn beter te kunnen behartigen. Op 29 oktober 1932 trad W. Hamdorff (architect te Laren) toe tot de CSC. Hij kwam in de plaats van Hanrath.
(Bron: SAGV035+5)
1.3 Opheffing
Het is niet duidelijk wanneer de CSC precies is opgeheven. Voor 1934 werden in elk geval vanuit de gemeenten Hilversum (SAGV020+4271) en Laren (SAGV098.1+1037) geen bijdragen meer verleend vanwege de economische situatie. Uit een brief door de Centrale Schoonheidscommissie verzonden aan de Belangencommissie van 29 mei 1937, waarin gemeld werd dat er in de jaren 1936 en 1937 geen vergaderingen waren gehouden, kunnen we wellicht concluderen dat de CSC langzaam ter ziele is gegaan (Bron: SAGV035+8). De laatste verslagen van de Belangencommissie stammen uit 1939. Ook van deze commissie is niet duidelijk wanneer deze precies is opgeheven.