Archief Gooi en Vechtstreek

Detail Archief

Detail Archief

BestandsnummerSAGV044
Archiefcategorie2.1 instellingen van economische aard
ArchieftitelArchief van het Gooisch Kanalencomité
PlaatsGooi en Vechtstreek
Datering1924-1930
Omvang0.25 m
StatusS
Overige opmerkingenVoor eindrapport zie ook bibliotheek streekarchief in depot van het Streekarchief.
ArchiefdienstStreekarchief Gooi en Vechtstreek te Hilversum
InventarisInventaris van het Archief van het Gooisch Kanalencomité, 1924-1930

  •  Geschiedenis van de organisatie
    •  Oprichting
      • De Kamer van Koophandel voor Gooiland nam in 1924 het initiatief om een onderzoek in te stellen ter verbetering van de scheepvaartverbindingen van het Gooi. In de vergadering van 26 februari 1924 van de Kamer van Koophandel voor Gooiland werd een commissie ingesteld bestaande uit:

        • G. van Mesdag, voorzitter
        • J.P. Dudok van Heel en P. Kuijper, voorzitters van de afdeling Groot- en Kleinbedrijf
        • Mr. H. Westermann, secretaris

        De commissie liet zich adviseren door Ir. A.A. Mussert, civiel-ingenieur en hoofdingenieur-directeur van provinciale waterstaat van Utrecht.

    •  Opdracht
      • De opdracht van de commissie luidde: 'een onderzoek in te stellen naar- en het tot stand komen te bevorderen van de uit een technisch en economisch oogpunt meest in aanmerking komende wijze van verbetering van de verbinding van het Gooi met de scheepvaartwegen in Nederland.'

        De commissie werd het Gooisch Kanalen-comité genoemd. Op 1 mei 1924 werd haar eerste vergadering gehouden. De commissie was inmiddels uitgebreid met de volgende heren:

        • E. Luden, voorzitter van de vereniging Stad en Lande van Gooiland
        • T.P. Keijzer, secretaris van de Vereniging Schuttevaer
        • Mr. P.J. Reymer, burgemeester van Hilversum
        • H. de Bordes, burgemeester van Bussum
        • P.A.M. Brand, wethouder van Bussum
        (Bron: 'Verslag van de commissie, ingesteld door de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Gooiland, bij besluit van 26 februari 1924, om te onderzoeken de uit een technischen economisch oogpunt meest in aanmerking komende wijze van verbetering van de verbinding van het Gooi met de scheepvaartwegen in Nederland', door A.A.Mussert, inv.nr. SAGV044+11)
    •  Rapport; resultaten van het onderzoek en plannen ter verbetering
      • Mussert begon zijn onderzoek in 1924 en liet metingen doen betreffende de vaarwegen, de registratie van goederenbewegingen, tonnages, herkomst van lading en de economische behoeften en wensen van de Gooise gemeenten.

        Het rapport werd gepresenteerd in februari 1926. Men wilde een verbetering van watertrajecten in het hele Gooi. Men achtte het gewenst te voorzien in drie havens voor het Gooi: een zuidelijke, een noordwestelijke en een noordoostelijke. Een nieuwe vaarweg die aansloot bij het Merwedekanaal leek het meest doeltreffend, dus voor het zuiden van het Gooi.

        Mede om financiële redenen, huisvestingsplannen en gewenst natuurbehoud was een nieuwe haven aan de westzijde van Hilversum de beste optie.Voor aansluiting op het Merwedekanaal werd gekozen voor een traject net ten zuiden van de Horstermeerpolder via de Kortenhoefsepolder, die uitloopt op de te verbreden Gooische Vaart. De sluis bij Het Hemeltje werd hiertoe aanbesteed.

        (Bron: 'Het Hilversums Kanaal, Gedurfd project in crisistijd' van J.E. Lamme in het tijdschrift Eigen Perk (2010.4 2))
    •  Een tweede kanalencomité
      • Op 4 augustus 1926 vond de eerste vergadering van het tweede kanalencomité plaats. De leden waren:
        • G. van Mesdag (voorzitter)
        • P. Kuijper
        • H. Westermann (secretaris)
        • Ir. A.A. Mussert
        • J.P. Dudok van Heel
        • Namens Hilversum Mr. P.J. Reymer, en P. Kuijper
        • Namens Bussum H. de Bordes en P.A.M. Brand
        • Namens Naarden W.B. van Aken en J. v. Dalen 
        Dit Gooisch Kanalencomité werd als vereniging bij Koninklijk besluit van 20 januari 1928 goedgekeurd en had als taak onder meer de totstandkoming te bevorderen van de kanaalverbinding, geschikt voor 300 à 400 tons vaartuigen, van de Vecht nabij ’t Hemeltje langs Kortenhoef naar het haventerrein van de gemeente Hilversum. Deze taak voltooide de vereniging in feite in 1929 met de verkrijging van subsidies van de provinciale staten van Noord-Holland,van het ministerie van waterstaat en van de gemeente Hilversum ten behoeve van de totstandkoming van de kanaalverbinding. (Bron: SAGV044+10)

        De provincie voerde het werk uit. Het plan werd in 1931 nog gewijzigd. Het tracé kwam enkele honderden meters zuidelijker te liggen. In 1936 kon de sluis bij ’t Hemeltje en een deel van het kanaal in gebruik genomen worden. In december 1938 nam de gemeente Hilversum het kanaal in beheer en onderhoud.
    •  Ontbinding
      • De vereniging is vermoedelijk na voltooiing van de financiële regeling voor de totstandkoming van de kanaalverbinding ontbonden, een ontbindingsbesluit ontbreekt echter in het archief. Wel stond de eventuele ontbinding van de vereniging op de agenda voor de vergadering van 7 februari 1930. De notulen van deze vergadering zijn niet bewaard gebleven.
  •  Geschiedenis van het archief
    • Het archief is in 1991 door de gemeente Hilversum overgedragen aan het Streekarchief. Het is niet meer te achterhalen hoe de gemeente Hilversum aan het archief gekomen is maar vermoedelijk kwam het archief bij de gemeente terecht omdat deze het onderhoud en beheer van de kanaalverbinding op zich nam.
  •  Verantwoording van de inventarisatie
    • De periode van het archief beslaat 1924 tot 1930. Deze komt overeen met de (vermoedelijke) bestaansperiode van het Gooisch Kanalencomité. Er bevinden zich wel een aantal oudere stukken in het archief maar dit zijn vooral kaarten en rapporten die later door Mussert vanaf 1924 gebruikt zijn bij zijn onderzoek.

      Het archief was bij aanvang van de inventarisatie grofweg geordend:

      • Notulen en agenda’s
      • Correspondentie
      • Stukken onderdeel uitmakend van het onderzoek
      • Stukken betreffende het rapport: verslag zelf, offertes, publicatie etc.
      • Foto’s/documentatie

      Bij het beschrijven is deze ordening zoveel mogelijk bewaard gebleven. Omdat een groot deel van het archief bestaat uit notulen en correspondentie, is er een plaatsingslijst gemaakt. De correspondentie uit 1924 en 1925 is nader toegankelijk via registers. De inkomende en uitgaande stukken zijn geordend op nummer. Vanaf mei 1926 zijn de brieven ook weer genummerd. Hier is echter geen register van bewaard. Ook wordt hier geen verschil meer gemaakt tussen inkomende en uitgaande stukken. Vanaf januari 1926 tot mei 1926 is er dus niet genummerd.

      Metaal is verwijderd en de stukken zijn omgepakt in zuurvrije omslagen en zuurvrije dozen. Het archief is volledig openbaar en er is niets vernietigd.




  •  Aanwijzingen voor de gebruiker
    • Het archief is volledig openbaar. De stukken zijn in goede, dus toegankelijke staat.

      Het archief kan worden geciteerd als volgt: SAGV044 Archief van het Gooisch Kanalencomité, 1924-1930
      Of verkort: SAGV044, met daarbij relevante inventarisnummers.
  •  Hele toegang