De man op het zoekplaatje (nr. 390) van vorige week is Bertus Venhorst, meldt Pim de W.. ,,U kunt een andere foto van hem terug vinden in het boek 'Daar reed toen de Gooische' van de heer Rob Meyn. De heer Venhorst was machinist op de Gooische. Waar de foto in de krant is gemaakt is mij onbekend.” Dit wordt bevestigd door de schrijver zelf. ,,De foto is op 30 oktober 1962 gemaakt in Santbergen bij de opening van een tentoonstelling ter gelegenheid van het 1-jarig bestaan van de Modelbaan- en Scheepsbouwvereniging Hilversum”, vertel Rob M. (82). Burgemeester Boot opende de expositie en kreeg een model van de motortram, die in 1930 in dienst was genomen. Het model was vervaardigd door penningmeester Solkanans. ,,Die in Duitsland gemaakte trams waren schitterend. De rijtuigen zijn gebouwd door Werkspoor. Ze hebben later nog aan de Gouden Regenlaan in Hilversum gestaan, als noodhuisvesting.” Verder was er een model van een stoomtram - de Gooische Moordenaar - gemaakt door voorzitter Freek Kochheim. ,,Die heeft bij de opening van de lijn Weesperpoortstation-Diemen gereden.” M. meldde zich indertijd bij de opening van de tentoonstelling aan als lid van de Modelbaan- en Scheepsbouwvereniging Hilversum. ,,Ik ben vijftig jaar lid geweest en ook nog voorzitter. Wij hebben een prachtige baan gebouwd in de oude School met den Bijbel in de Geuzenweg.” Jaap G. kan wel vertellen over het model, op basis van publicaties van W.I. Engel. ,,Het stelt een tramstel voor uit de jaren rond 1930 in de kleurstelling van de motortrams die hun intrede deden vanaf 1925. De locomotief is een ‘kleine Henschel’ uit de eerste series in de nummerreeks 1 t/m 12 in de tijd waarin dit model is geplaatst. Vermoedelijk moet het één van de sterkere voorstellen van deelserie 1, 2, 3, 5, 7 t/m 10, die er na 1927 nog waren en oorspronkelijke exemplaren uit omstreeks 1882 vanaf 1902 hadden vervangen.” Lantarendaken De rijtuigen zijn volgens G. ’heel goed te plaatsen’. ,,Omdat ze twee apart lantarendaken hebben met ventilatieruitjes zijn dit rijtuigen uit de serie 49-60, die in 1879 waren gebouwd voor de Haarlemse firma Beijnes voor de tramweg Den Haag-Scheveningen van de opeenvolgende spoorwegmaatschappijen. Van oorsprong had de Gooische eendere wagens, maar met drie zulke ventilatiedaken in de serie 1-28. Een aantal van al deze wagens is gemoderniseerd met verticale teakhouten schrootjes onder de ramen, waarvan de bovenhoeken werden afgerond. Ook de balkonschermen en hekken werden vernieuwd. Ze pasten daarmee ook optisch beter bij nieuwere rijtuigen Enkele hebben achter de motortrams dienst gedaan als versterkingsrijtuig, reden waarom de raampartij roomkleurig was, zoals bij de motorwagens. Die hadden geen last van de eeuwige roet uit stoomlocomotieven.” Van de getoonde modellen is er geen exemplaar in het groot bewaard gebleven, meldt G.. ,,Bij de Museumtram Hoorn-Medemblik rijdt een Gooise locomotief van een zeer gelijkend, maar sterker type (nr. 18). Op het vlak van de bewaarde rijtuigen rijden daar twee typen die voor de genoemde modernisering wel model stonden, inclusief de bruin/beige kleurstelling en de teakhouten schrootjeswand.