Als kleine jongen was ik al geobsedeerd door het verhaal, welke in mijn familie de ronde deed, over de afkomst van de Larense familie Willard. Het is een veel voorkomend idyllisch verhaal, welke ik in meerdere gepubliceerde genealogieën tegen kom, namelijk een Franse soldaat in het leger van Napoleon Bonaparte. Hij is gelegerd in het kamp Crailloo bij Laren. Hij verliest daar zijn hart aan een plaatselijke schone, deserteert, duikt onder en de geliefden kunnen na de val van Napoleon eindelijk een gelukkig leven leiden. Het is net een sprookje. Helaas, bij mijn zoektocht naar mijn illustere Franse voorvaders in het Hilversumse archief bleek dat mijn voorouders al rond 1718 in het Gooi woonden; eenvoudige zwoegers waren zoals daglooner of wevers.
Mijn stamouders zijn Jan Cornelisse Willart en Wijntje Tijmes Doncker die in Hilversum woonden en tussen 1718 en 1725 in Eemnes hun kinderen rooms-katholiek lieten dopen. Waar zij vandaan kwamen is nog steeds een groot raadsel voor mij.
Ik heb bij mijn geboorte in 1944 de gebruikelijke rooms-katholieke heilige namen meegekregen en op zoek naar mijn voornaamgever kwam ik terecht bij mijn overgrootvader van mijn moeders kant, namelijk Wilhelmus Johannes Huurman. In de huwelijkse bijlage van mijn grootouders zit een notariële akte opgemaakt in Veenhuizen waarin toestemming werd verleend voor het huwelijk.
Op naar het archief in Assen en daar vond ik van mijn naamgever, een prachtig signalement en zowaar een foto genomen in 1906. Hij bleek voor de 6e keer te zitten wegens landloperij.
Op zoektocht in de archieven van de strafkolonie kom je bijna iedere familie tegen. Voor hen die nog geen foto’s van voorvaders hebben, ga daar eens in snuffelen.
Een bron die ook voor de Gooise genealoog interessante familie- en streekgevevens op kan leveren, is de rechtspraak. Ik bedoel dan niet onze huidige rechtspraak, maar die van circa honderd jaar geleden. Bijvoorbeeld in de akten van het toenmalige kantongerecht in Naarden komen we veel Gooise families tegen, beschrijvingen van families met opgegeven leeftijden, delicten en veroordelingen zoals beschrijvingen van landgoederen waar vooral vrouwen en kleine kinderen door de lokale veldwachters betrapt zijn op het stelen van sprokkelhout; en de ongelofelijke zware celstraffen.
Zoals de zaak van Gerrit Jacob Willard in Laren die op 7 oktober 1857, staande in zijn deuropening naar buurtbewoners heeft geroepen, op het moment dat koopman Jan van Soest uit Vreeland met zijn nering langs kwam: “van Soest is een schelm die met valse brieven komt”. Van Soest liet vervolgens door de burgemeester een proces verbaal opmaken. Toch blijkt Gerrit niet zo’n brave jongen te zijn, want op 4 februari 1875 staat hij alweer voor de rechter. Als fabrikant en winkelier in Blaricum is hij betrapt op het vervalsen van ijknummers in de gewichten.
Op 12 september 1858 wordt Jan Willard om 23:00 uur verbaliseert in de taperij van Piet van der Kuil in Hilversum. De gemeentelijke verordening van Hilversum art. 2 van 16 juli 1856 “De herbergen tapperijen en dergelijke voor het publiek openstaande plaatsen in de gemeente moeten, behoudens de bepaling van het volgend artikel, gesloten zijn des avonds te elf ure, en mogen niet weder geopend worden: van den 1enOctober tot 1 April voor des morgens te vijf ure, gedurende de overige maanden des jaars voor des morgens te vier ure”. Jan krijgt een boete van drie gulden.
Mijn naamgever in de bajes, wat een schande? Ikzelf ben 30 jaar werkzaam geweest bij Justitie. Zou het in de genen zitten, met nu nog meer familieleden die daar werkzaam zijn?
Auteur: | Wim Willard |
Periode: | 7/10/1857 |
Locatie: | Laren |